Op donderdag 24 juni hoopt Hans van der Jagt te promoveren op een studie naar de moraal van het Nederlands imperialisme tijdens het bestuur van A.W.F. Idenburg (1861-1935) bij de Vrije Universiteit Amsterdam.
De studie gaat in op de vraag op welke manier Nederland in de periode 1901 tot 1935 in staat was om koloniaal beleid te koppelen aan ethiek, tegen de achtergrond van veranderende koloniale verhoudingen en geopolitieke ontwikkelingen. De ceremonie begint om 13:45 uur en is online te volgen via deze link: http://www.youtube.com/VUBeadlesOffice
De studie is een monografie van Idenburgs beleidsopvattingen. Het bevat een micro- en macroperspectief inéén. Het gaat over het denken en doen van een bestuurder, maar vertelt tevens het narratief van de aanstaande ondergang van een wereldrijk. Het vormt een interessante prelude op de onafhankheidsstrijd van Indonesië en Suriname.
Het proefschrift gaat over economische weerbaarheid, nationale identiteit, zelfbeschikking, racisme, oorlog, de strijd tegen revolutie en de pogingen tot democratische vernieuwing. Het bekijkt hoe Europese koloniale bestuurders zoals de antirevolutionair Idenburg – door tijdgenoten omschreven als ‘ethisch’ – aankeken tegen de opkomst van de eerste antikoloniale bewegingen.
De studie naar het bestuur van A.W.F. Idenburg is qua structuur gebaseerd op drie belangrijke pijlers uit het denken van de Franse politiek-filosoof Alexis de Tocqueville. Deel I (Beschaving en conflict) gaat over de uitwerking van het moreel-imperialisme als militaire doctrine. Deel II (Identiteit en natievorming) gaat over cultuur- en identiteitspolitiek. Deel III (Representatie en revolutie) gaat over de democratische noties binnen het koloniale beleid. Van dit proefschrift verschijnt in het najaar van 2021 een handelseditie bij Prometheus in Amsterdam.